Driedaags ontspanningsarrangement

flyer 2

Driedaags ontspanningsarrangement

Speciale actie inclusief 2 overnachtingen all-in!  Volledig verzorgd met diverse workshops en heerlijke maaltijden. Geniet van de natuur om je heen of maak een wandeling in de Maasduinen. Dit ontspannings-en inspanningsweekend is een uitgelezen kans om je op een mooie locatie te verdiepen in je innerlijke bewustzijn, het brengt rust en ontspanning en je ontdekt nieuwe inzichten waarmee jij je weg verder kan bewandelen.

Zie bovenstaande flyer voor de kosten.

Een arrangement om even uit de drukte van alledag te stappen met:

  • individuele opdrachten
  • nuttige en leuke groepsactiviteiten
  • persoonlijke en professionele feedback
  • workshops voor persoonlijke groei en ontwikkeling
  • individuele sessie met onze coach
  • tijd voor eigen invulling (Thermaal bad Arcen-bos-Maasduinen- fiets- en wandelroutes)

Inclusief alle lesmateriaal, maaltijden, dranken en opgemaakte bedden.

Datum en tijden N.O.T.K.

Dag 1

20.00 uur                  aanvang

21.00 uur                  workshop “kennismaken”

Dag 2

09.00 uur                    ontbijt

10.00 uur                    workshop “ontspanning” (bij goed weer buiten)

11.30 uur                    eigen invulling

13.00 uur                    lunch

14.00 uur                    workshop “inspiratie”

17.00 uur                    eigen invulling

18.00 uur                    diner

19.00-22.00 uur         individuele sessies

                                     Dag 3

09.00 uur                     ontbijt

10.00 uur                     workshop “meditatie/yoga”

11.30 uur                     eigen invulling

16.00-18.00 uur          individuele sessies

18.00 uur                     einde

Mijn checklist naar jouw ontspanningsarrangement

checklist van mij naar jou

 

1.  Voel je vrij en voel je thuis

2.  Ontspan en geniet

3.  Ga opzoek naar jezelf

4.  Vraag hulp waar nodig

5.  Wees jezelf

6.  Laat je verwennen met ontbijt, lunch en diner

7.  Leer, ontdek, en beleef

8.  Ontmoet jezelf en andere

9.  Laat je begeleiden

10.  Vindt de weg die je wilt gaan

lieve groet Maartje Raeskin

Bekijk jouw checklist voorbeeld

foto’s

Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-08Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-14Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-15 (1)Vakantieboerderij-De-Looische-Hoeve-Wellerlooi-02

Vakantieboerderij-De-Looische-Hoeve-Wellerlooi-04Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-17

Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-01Vakantieboerderij-De-Zanderhoeve-Wellerlooi-19 (1)beach-bikini-coast-friends-girls-h3rsmile.tumblr.com-Favim.com-63744   adrstadgsg-art-atmosphere-ballet-beach-beautiful-Favim.com-38596

 

 

 

Scheiding

Favim.com-11090Je huwelijk heeft een eindpunt bereikt en dat is sowieso een pijnlijke gebeurtenis. Om te voorkomen dat er conflicten tussen jullie blijven bestaan of conflicten uit de hand lijken te lopen is het belangrijk dat in deze situatie ondersteuning en begeleiding beschikbaar is.

In de fase waarin je overweegt te gaan scheiden en daartoe voorbereidingen treft, ligt de nadruk op informatie, lichte psychosociale hulp en relatietherapie.

In de scheidingsfase zal er veel geregeld moeten worden van inboedelverdeling en huisvesting tot afspraken over alimentatie en de kinderen. De procedure van de scheiding ligt bij de rechtbank, informatie wordt gewonnen bij verschillende instanties.

Voor begeleiding, ondersteuning, psychosociale hulp of relatietherapie kan co-counsel mediation aanbieden voor beide partners of voor één van de partners.

Negatieve gedachten

Negatieve gedachten, ook wel ineffectieve gedachten genoemd, zijn gedachten die niet leiden tot een oplossing maar afdwalen naar gedrag of emoties waar jezelf niet mee uit te voeten komt. Een mens heeft zo’n 120.000 gedachten per dag, de ene gedachte volgt de andere gedachte op. Wanneer de gedachten negatief zijn gaan deze gedachten sneller groeien.

Wat is een gedachte?

Een gedachte is iets, waar men zich even van bewust is. Een gedachte is een onderdeel of het gevolg van het denkproces.

Een gedachte kan zomaar bij iemand opkomen vanuit het onderbewuste of voortkomen uit andere bewuste gedachten – de ene gedachte kan tot de andere leiden. Een gedachte kan worden opgeroepen door waarnemingen, een beeld, een geluid of een geur.

De gedachte is een hersenactiviteit. De hersenen produceren gedachten. Gedachten zijn elektrische stroompjes die door hersencellen gaan. Als het stroompje er niet meer is, is ook de gedachte er niet meer. Desalniettemin kan een zelfde soort gedachte weer opnieuw worden opgewekt als gevolg van herinneringen of andere inhoud die in de hersenen liggen opgeslagen. Je kunt dit vergelijken met een computer waarbij hetzelfde programma steeds nieuwe acties produceert. Die acties staan los van elkaar maar hebben wel dezelfde oorsprong (bij een computer een programma, in de hersenen een opgeslagen geheugeninhoud). Een gedachtegang zijn gedachten die met elkaar verbonden zijn.

Minimaal 70% van onze gedachten zijn negatief, gedachten kunnen gek of schaamteloos zijn. Het past niet bij wie je eigenlijk bent of wilt zijn. Het is niet realistisch en het leidt naar gezondheidsproblemen, onzekerheid, angst of terugtrekken in relaties.

Er zijn ook effectieve gedachten, dit zijn de positieve gedachten. Positieve gedachten wekken positieve emoties op en herstellen en handhaven de natuurlijke, gezonde balans van je lichaamsfuncties. Tevens zorgen ze ervoor dat we op een aangename, positieve manier omgaan met onszelf, anderen, situaties en gebeurtenissen.

Voorbeeld:

Je maakt een fout en de negatieve en alarmerende gedachten komen op gang. Je betrapt jezelf op een negatieve gedachte: “Wat ongelooflijk stom van mij! Dat had ik nooit zo moeten doen! Wat zullen ze wel niet van me denken? Hoe kan ik dit ooit weer goedmaken?” De ene gedachte is nog erger dan de andere, het gaat maar door en door en door en voor je het weet zit je met de handen in het haar en weet je niet meer wat je kan doen.

5 tips in een dergelijke situatie

  • TIP 1: STOP met deze gedachten
  • TIP 2: Wees bewust dat je in de stroom van negatieve en alarmerende gedachten terecht bent gekomen.
  • TIP 3: Mijn reactie is alsof er een ramp is gebeurd.
    In werkelijkheid heb ik een fout gemaakt en dat betreur ik.
  • TIP 4: Ik had deze fout liever niet gemaakt.
    Ik heb de voorkeur om alles perfect te doen.
    Het is echter realistischer als ik van mezelf verlang mijn best te doen.
  • TIP 5: Ik mag fouten maken. Ik hoef niet perfect te zijn.
    Meer dan mijn best kan ik niet doen en mijn best doen is goed genoeg. Ik ga deze fout nu direct corrigeren.

Helaas zijn negatieve gedachten niet één twee drie af te leren. Wel kun je werken aan het omzetten van gedachten door gedachten, gedrag en gevoelens te laten samenwerken op een positieve manier.

Met RET: Rationele-Emotieve-Therapie, een soort van psychotherapie, wordt niet zozeer naar het probleem wat het veroorzaakt heeft gekeken maar meer naar de mens achter het probleem, dus hoe we tegen het probleem aankijken.

Door middel van een ABC plan gaan we gedachten omzetten. Om zo irrationele, ineffectieve gedachten om te zetten naar rationele, effectieve gedachten.

bron: fonds psychische gezondheid

Neem contact op:

    Uw naam (verplicht)

    Uw email adres (verplicht)

    Onderwerp

    Bericht

    Persoonlijke ontwikkeling

    action-change-deditcation-inspiration-Favim.com-715405POP of te wel een persoonlijk ontwikkeling plan is gericht op jouw persoonlijke groei. Niet meer functioneren op de automatische piloot, in de dagelijkse sleur zitten of telkens weer vast lopen.

    Samen gaan we opzoek naar jouw vaardigheden en competenties. Pragmatisch werken met spellen waar je wijzer van wordt. In de persoonlijke gesprekken gaan we opzoek naar diepere lagen van je persoonlijkheid, kijken we naar je bewustzijnsniveau’s en gaan we kijken naar gedachten, gevoelens en gedachten. We maken dit op in een zogenaamd actie- of stappen plan.

    Doelen:

    Maak jij de sprong van je geloof?

    make the move

    Big five

    persoonlijkheidstest

    Nieuwe dingen doen en proberen betekend vaak ook los laten van het oude. Dit maakt dan ook dat verandering vaak eng of spannend is, je gaat iets nieuws proberen zonder dat je daar de precieze uitkomst van weet. Hoe mensen op nieuwe dingen reageren, hangt samen met hun persoonlijkheid.

    In de psychologie wordt vaak het BIG 5 model gebruikt om persoonlijkheden te analyseren. Dit gebeurd door te kijken naar verschillende situaties in je leven en hoe je hierin hebt gereageerd, vaak gewoon met een vragenlijst. Om jullie hiermee kennis te maken staat er in de link een kort schema. Hier krijg je een (kort) beeld welke karaktereigenschappen jou kenmerkt.

    Er zijn vijf dimensies zoals dat wordt genoemd, dit zijn schalen waarop je meer aan de ene kant scoort of meer aan de andere kant. Er is geen slecht of goed, alleen zijn sommige eigenschappen in sommige situaties handiger dan anderen.

    Het schema:

    • Consciëntieusheid of wanorde/creatief
    • Extraversie of introversie: Haal jij je energie van buiten of van binnenuit?
    • Altuïsme: of ga je meer je eigen weg
    • Neurotische of emotioneel heel erg stabiel
    • Openheid naar ervaringen of bestaande kennis

    Ga naar de test

    Neem contact op voor vragen.

      Uw naam (verplicht)

      Uw email adres (verplicht)

      Onderwerp

      Bericht

       

      Piekeren

      Iedereen piekert wel eens en daar is op zich niets mis mee. Een conflict op je werk, een

      Gedachtendoktersafspraak waar je tegenop ziet, of een examen wat je gaat afleggen, kunnen allemaal redenen zijn om te piekeren. Het verschil tussen nadenken en piekeren is dat nadenken leidt tot een oplossing, terwijl er bij piekeren sprake is van een eindeloze reeks gedachten die maar door je hoofd blijven gaan. ‘Wat als…?’ ‘Stel dat…?’

      De bedoeling van de meeste mensen die piekeren is waarschijnlijk om hun gedachten op een rijtje te zetten. Of om zichzelf voor te bereiden op een situatie. Maar niets is minder waar: piekeren leidt niet tot oplossingen of nieuwe inzichten. Veel piekeren kan leiden tot stress, angst en somberheid. Bovendien kost piekeren veel tijd en energie.

      Soms staat het piekeren niet op zichzelf en is er meer aan de hand: Piekeren kan een kenmerk zijn van een gegeneraliseerde angststoornis (ook wel piekerstoornis genoemd). Je hebt dan het gevoel dat je niet meer kunt stoppen met piekeren en je maakt je continu zorgen over dingen die horen bij het dagelijks leven. Daarnaast word je in jouw dagelijks functioneren belemmerd door al het gepieker.

      Piekeren kan ook een kenmerk zijn van depressie. Je piekert dan niet alleen, maar je hebt ook andere klachten, zoals somberheid, lusteloosheid, of het leven niet meer zien zitten.

      Wat de reden van het piekeren ook is het is noodzaak om piekeren te verminderen. Dat kan door onderstaande technieken. Kies er één of meerdere uit die jij wilt toepassen. Veel succes!

      STOPPEN MET PIEKEREN

      Tips en technieken om piekeren tegen te gaan.

      Iedereen piekert wel eens en daar is op zich niets mis mee. Een doktersafspraak waar je tegenop ziet, een woordenwisseling met je partner of een verjaardagsfeestje wat veel geregel met zich meebrengt, kunnen allemaal redenen zijn om te piekeren. De bedoeling van de meeste mensen die piekeren is waarschijnlijk om hun gedachten op een rijtje te zetten. Of om zichzelf voor te bereiden op een situatie. Maar niets is minder waar: piekeren leidt niet tot oplossingen of nieuwe inzichten. Veel piekeren kan leiden tot stress, angst en somberheid. Bovendien kost piekeren veel tijd en energie. Wanneer je veel piekert, is het daarom belangrijk om te leren hoe je jouw piekergedrag kunt inperken. Dit kun je natuurlijk niet zomaar in een uurtje veranderen. Je moet actief aan de slag. Met de onderstaande tips en technieken kun je de komende tijd concrete stappen zetten om je gepieker te lijf te gaan. Wees niet ontmoedigd wanneer de technieken niet meteen vlekkeloos verlopen. Net als voor andere vaardigheden geldt ook voor stoppen met piekeren: oefening baart kunst.

      Tips en technieken

      Gedachten stop techniek

      Met deze techniek probeer je de stroom aan gedachten die je
      hebt wanneer je piekert te doorbreken en je gedachten te richten op andere dingen.Piekergedachten zijn bijna altijd ‘negatieve gedachten’. Wees je hiervan bewust en probeer de negatieve gedachten te vervangen door ‘positieve gedachten’. Wanneer je in de gaten hebt dat je je zorgen maakt, zeg je letterlijk en hardop ‘stop!’ tegen je zelf. Dit lijkt misschien vreemd, maar het kan erg effectief zijn.

      Vervolgens zeg je hardop: ‘Op dit moment denk ik
      aan … (je negatieve gedachten), maar eigenlijk wil ik denken aan…. (je nieuwe, positieve gedachten)’. Bijvoorbeeld: ‘Op dit moment denk ik aan mijn tandartsafspraak van volgende week, maar eigenlijk wil ik denken aan afgelopen zaterdag, toen we zo gezellig uit eten geweest zijn’. Oefen hiermee net zolang totdat je alleen nog maar in je hoofd ‘stop!’ tegen
      je zelf hoeft te zeggen om je piekergedachten te doorbreken.

      Zoek afleiding

      Zoek afleiding wanneer je merkt dat je begint te piekeren, ga dan iets doen. Iets doen leid je gedachten af. Vooral bewegen kan goed helpen tegen gepieker. Ga bijvoorbeeld sporten of wandelen. Sommige mensen geven aan dat zij door te bewegen echt ‘hun hoofd leeg kunnen maken’. Wanneer je ’s nachts ligt te piekeren, kan het ook helpen om afleiding te zoeken. Probeer bijvoorbeeld om een tijdschrift of boek te lezen. Of luister met een koptelefoon naar de radio of muziek.

      Piekerkwartier

      Plan iedere dag voor jezelf een vast tijdstip waarop je een kwartier heel
      bewust je zorgen overdenkt. Het is belangrijk dat u echt na vijftien minuten stopt en
      afleiding zoekt. Zet daarom een kookwekker of stel de stopwatch op uw telefoon in. Wanneer je buiten dit kwartier een piekergedachte krijgt, schrijf je deze op een ‘piekerlijstje’. Pas wanneer je piekerkwartier is aangebroken, mag je nadenken over de zorgen die je hebt opgeschreven op jouw lijstje. Het kan best zijn dat tegen die tijd de zorgen niet meer relevant zijn. Zijn de zorgen nog wel relevant, dan kun je hierover in je  piekerkwartier rustig nadenken. Wanneer je het prettig vind kun je in jouw piekerkwartier jouw gedachten ook opschrijven. Dit kan helpen om je gedachten te ordenen. Je zult merken dat het denken over zorgen een andere lading krijgt wanneer je het bewust doet en dat je buiten je piekerkwartier
      op den duur minder gaat piekeren. Wanneer je piekerkwartier aanbreekt en je hebt niets om over te piekeren, dan sla je jouw piekerkwartier natuurlijk gewoon over!

      Piekerelastiekje

      Draag een elastiekje om je pols (niet te strak!). Steeds als je merkt dat je
      een ‘negatieve gedachte’ hebt of begint te piekeren, trek je aan het elastiekje en ‘tik’ je hierdoor zachtjes tegen je pols. Dit kan de stroom aan gedachten even doorbreken. Probeer vervolgens bewust aan iets anders, positiefs te denken. Misschien heb je in het begin het idee dat je de hele tijd aan het elastiekje zit te plukken. Dat is niet erg. Het is juist de bedoeling dat je er bewust van wordt hoeveel piekergedachten je heeft. Kijk op deze link voor een instructiefilmpje.

      Doe een ontspannende oefening

      Een ontspannende oefening kun je op ieder moment van
      de dag doen, maar zeker ook ’s nachts wanneer je wakker ligt omdat je ligt te piekeren. Een voorbeeld van een ontspanningsoefening is de buikademhaling. Deze kun je het gemakkelijkste aanleren terwijl je ligt. Wanneer je meer ervaring met de oefening hebt, kun je deze ook zittend of zelfs staand uitvoeren. Voer de oefening als volgt uit: Ga gemakkelijk liggen of zitten. Sluit je ogen en leg je handen op jouw buik. Duw je buik uit bij het inademen en
      trek je buik lichtjes in bij het uitademen. Tel in gedachten iedere in- en iedere uitademing. Probeer de in- en uitademing rustig en regelmatig te laten verlopen. Wanneer je merkt dat je gedachten afdwalen, begin dan gewoon opnieuw te tellen. Op een gegeven moment zul je merken dat het ademen je ontspant en dat je alleen nog maar met het ademen bezig bent, in plaats van met piekeren.

      Het kan zijn dat je je zorgen maakt over je gepieker. Als dit zo is, is het belangrijk dat je jouw hart lucht en steun zoekt. Praat over je gevoelens. Aarzel ook niet om steun te zoeken bij een professional.

      bronvermelding: Fonds Psychische Gezondheid

      contactformulier:

        Uw naam (verplicht)

        Uw email adres (verplicht)

        Onderwerp

        Bericht

         

        Stress

        Stress: wat is het?

        Stress betekent niets anders dan spanning of druk. Stress is niet per definitie ongezond. Je hebt een bepaalde mate van stress nodig om goed te kunnen functioneren.

        Gezonde stress is de spanning die je voelt voor een examen, optreden, sollicitatiegesprek of andere spannende gebeurtenis. Stress zorgt ervoor dat je extra alert kunt reageren en geconcentreerd kunt werken. Zodra de spannende gebeurtenis voorbij is, neemt de spanning weer af.

        Je lichaam in staat van paraatheid

        Stress brengt je lichaam in staat van paraatheid. Het hormoon adrenaline komt vrij, ook wel vlucht- of vechthormoon genoemd. Met als gevolg:

        • de bloeddruk gaat omhoogStress
        • de hartslag stijgt
        • er stroomt zuurstofrijk bloed naar de spieren, het hart en de hersenen
        • in het lichaam komt de adrenaline vrij die brandstof levert voor de spieren
        • de spieren spannen zich
        • de longblaasjes verwijden zich en de ademhaling wordt sneller
        • het bloed trekt weg uit het gezicht
        • de spijsvertering komt op een laag pitje te staan
        • de keel knijpt samen, de handen worden koud, het zweet breekt uit.

        In een fractie van een seconde is je lichaam klaar voor actie.

        Ongezonde STRESs

        Als de stress lang duurt, is er meer tijd nodig om te herstellen. Ditzelfde geldt voor een hevige stressreactie: hoe heviger de reactie, hoe meer tijd je nodig heeft voor herstel. Ook als er veel momenten van stress zijn, is er wellicht te weinig tijd om tussendoor te herstellen. Dus als stress te lang aanhoudt, te vaak voorkomt en/of te groot is, is er onvoldoende gelegenheid om tussentijds te herstellen, dan is er sprake van ongezonde stress.

        Oorzaken van stress

        De oorzaak van werkstress is dat je draagkracht (dat wat je aan kunt) niet in balans is met jouw draaglast (dat wat er van jou wordt gevraagd). Lees meer over:

        De eisen die aan je gesteld worden, kunnen te groot worden. Het gaat hier om eisen en oorzaken buiten jouw persoon: het zijn oorzaken in de situatie. Ze worden daarom ook wel ‘belastende omstandigheden’ genoemd. Deze oorzaken kunnen heel verschillend zijn. Ze variëren van alledaagse stress-situaties en chronisch belastende omstandigheden tot ingrijpende levensgebeurtenissen.

        Werk versus privé                      

        Belastende omstandigheden kunnen in het werk of in de privésituatie liggen. Vaak is er sprake van een wisselwerking en versterken ze elkaar. Ingrijpende gebeurtenissen in je leven zorgen ervoor dat er minder energie overblijft voor je werk. Het kan zijn dat iemand zijn werk prima aankan, totdat er een ingrijpende gebeurtenis voorkomt.

        Oorzaken van ongezonde spanning in de werksituatie kunnen daarom niet bekeken worden zonder de belasting in de rest van je leven mee te nemen. Hieronder worden de factoren die de draaglast vormen uitgebreid beschreven. Hoe meer factoren ‘zwaar’ wegen, des te hoger het risico op stress.

        De externe oorzaken van stress hebben we bekeken. Daarnaast zijn er factoren in je persoonlijke situatie die maken dat er stress ontstaat. Sommige mensen zijn ook gevoeliger voor stress dan anderen. Een deadline of het organiseren van een verjaardagspartijtje is voor de één een uitdaging, voor de ander een bron van spanning. De situatie alléén is dus niet doorslaggevend bij het ontstaan van stressklachten. Zeker zo belangrijk is de vraag hoe je tegen de situatie aankijkt en hoe je met stressvolle situaties omgaat. Dit bepaalt jouw draagkracht.

        Enkele eigenschappen die stress in de hand werken:

        • Perfectionisme
        • Zogenaamde type A-factoren: ambitie, prestatiegerichtheid, competitie, gehaastheid, niet ‘niets’ kunnen doen, vaak twee dingen tegelijk doen
        • Veel eisen en ‘moeten’ (zoals altijd klaar moeten staan voor anderen en het werk dagelijks voor 110 procent doen)
        • Groot verantwoordelijkheidsgevoel (en daarbij de gedachte dat men op het werk niet zonder hem of haar kan)
        • Grote betrokkenheid bij gezin of werk
        • Streven naar waardering van anderen
        • Moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen, grenzen kunnen aangeven of voor zichzelf opkomen
        • Moeilijk steun kunnen vragen
        • Gevoelens slecht kunnen uiten
        • Gevoel weinig invloed te kunnen uitoefenen op de omgeving en het eigen leven
        • Pessimisme en een weinig positieve kijk op eigen prestaties

        Het is dus een groot vooroordeel dat mensen die last hebben van stress en uiteindelijk opbranden, zwak zouden zijn of ‘watjes’ zijn. Het tegendeel is waar: mensen die opgebrand raken, zijn juist degenen die beschikken over een (te) groot doorzettingsvermogen. Het zijn vaak prima werknemers: hardwerkend en onmisbaar. Ze zijn geneigd hun eigen behoeftes ondergeschikt te maken en hun eigen grenzen slecht in de gaten houden, waardoor de balans tussen draagkracht en draaglast ernstig verstoord kan raken.

        De persoonlijke eigenschappen die we noemden, zijn deels bepaald door jouw karakter, jouw temperament, de aard van het beestje. Maar voor een groot deel worden ze ook bepaald door ervaringen en vaardigheden. Dat betekent dat jezelf veel kunt doen om jouw draagkracht te verbeteren. Vaardigheden als assertiviteit en conflicthantering kun je verbeteren. Je kunt leren jouw interpretatie van een situatie en de eisen aan jezelf om te buigen naar gedachten en verwachtingen die realistischer zijn.

        co-counsel heeft praktische spellen waar je wijzer van wordt, die helpen bij het leren kennen en herkennen van jouw vaardigheden. Wij bieden assertiviteitstrainingen en geven de cursus “Opkomen voor jezelf”.

        Ook ongezonde leef- en werkgewoonten kunnen je draagkracht verminderen: verkeerde eetgewoonten, te veel koffie of alcohol, te weinig lichaamsbeweging, te weinig slaap en ontspanning, het werk niet goed organiseren, te veel werken en te weinig pauzes nemen. Uw weerstand wordt er kleiner door en u wordt vatbaarder voor de gevolgen van stress.

        Stress- en spanningsklachten gaan niet zomaar over. Je zult er iets aan moeten doen. Wat dat ‘iets’ is, hangt vanzelfsprekend af van de ernst en de aard van jouw klachten. Voor de één is het al voldoende om een paar stapjes terug te doen, terwijl de ander meer handvaten nodig heeft bij het verminderen van spanning. Het is daarom zinvol om te achterhalen wat de oorzaak is van je stress. Neem je teveel hooi op je vork? Zijn er problemen op het werk? Wil je alles altijd perfect doen? Vraagt het drukke gezinsleven teveel? Of is het misschien een combinatie van meerdere factoren? Als je weet wat de klachten veroorzaakt, kun je daar een passende therapie of cursus bij zoeken. Zo pak je jouw stressproblemen bij de wortel aan. Staat de vraag nog open; weet ik waar mijn stress vandaan komt? Vraag naar de mogelijkheden

        bronvermelding: Fonds Psychische Gezondheid

        contactformulier:

          Uw naam (verplicht)

          Uw email adres (verplicht)

          Onderwerp

          Bericht

           

          Burn-out

          Bij een burn-out ben je opgebrand. Je voelt je lichamelijk en geestelijk totaal uitgeput. Een Overspannenheid en burnoutburn-out is het gevolg van langdurige stressklachten die steeds erger geworden zijn en waaraan je te weinig aandacht hebt besteed. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft 13 procent van de Nederlandse beroepsbevolking last van
          burn-out klachten.

           

          Stress is ongezond als je te lang spanning voelt en je geen tijd kunt of wilt nemen voor ontspanning. Die spanning kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:

          • Constant te hoge werkdruk
          • Problemen of een conflict op je werk
          • Spanning in je gezin
          • Wanneer je langdurig wordt blootgesteld aan een stress veroorzakende situatie zoals bovenstaande voorbeelden, kan dat zorgen voor overbelasting en uitputting. Dit kan resulteren in een burn-out. Een burn-out is vaak werkgerelateerd, maar dit hoeft niet.

          Klachten

          Bij een burn-out is er sprake van lichamelijke en psychische klachten. Gevoelens van vermoeidheid en uitputting staan sterk op de voorgrond. De klachten die je ervaart beperken je in jouw dagelijks functioneren: op je werk, thuis en/of in jouw sociale leven.

          Lichamelijke klachten:

          • Extreme vermoeidheid
          • Slaapproblemen
          • Hoofdpijn
          • Maagpijn
          • Darmklachten
          • Duizeligheid

          Psychische klachten

          • Piekeren
          • Zeer moeilijk kunnen ontspannen
          • Zich opgejaagd voelen
          • Prikkelbaarheid
          • Somberheid
          • Huilbuien
          • Lusteloosheid
          • Niet meer kunnen genieten van dingen
          • Angstklachten
          • Slechte concentratie, vergeetachtigheid
          • Gebrek aan zelfvertrouwen
          • Schuldgevoelens

          Burn-out of depressie?

          Mensen met een burn-out hebben veel klachten die ook voorkomen bij een depressie. Zo zijn ze vaak somber en lusteloos. Ze kunnen ook last hebben van schuldgevoelens, net als mensen met een depressie. Daardoor zijn een depressie en een burn-out soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. Het verschil is dat een burn-out het gevolg is van langdurige overbelasting, terwijl een depressie ook kan ontstaan zonder dat er sprake is van overbelasting. Verder speelt aanleg bij het ontstaan van een depressie een grotere rol dan bij burn-out.

          Oorzaken

          Of iemand een burn-out krijgt, hangt af van de persoon en van de situatie. De situatie alleen is in ieder geval niet doorslaggevend. Zeker zo belangrijk is de vraag hoe iemand tegen die situatie aankijkt en ermee omgaat. Dit heeft alles te maken met persoonlijkheid: iedereen reageert anders op stress. Een reorganisatie op het werk kan de ene persoon bijvoorbeeld veel spanningsklachten geven, terwijl een ander zich er niet druk over maakt.

          Risicofactoren voor het krijgen van een burn-out zijn de volgende persoonlijkheidskenmerken:

          • Gevoelens niet uiten
          • Moeilijk om hulp kunnen vragen
          • Moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen
          • Negatief zijn over eigen prestaties
          • Perfectionistisch zijn
          • Zich (te) sterk betrokken voelen bij werk
          • Zeer gemotiveerd zijn en hoge eisen stellen aan zichzelf

          Een andere risicofactor voor het krijgen van een burn-out is als omstandigheden zich opstapelen. Bijvoorbeeld: op je werk is een reorganisatie aan de gang waar je veel spanning van hebt. Dan wordt thuis je kind erg ziek. En dan gaat ook nog het dak lekken. Zo’n combinatie van spanningen kan iemand dan te veel worden. Of deze situatie werkelijk voor overbelasting zorgt, ligt ook aan de invloed die iemand zelf op de situatie kan hebben. Of het gevoel invloed te kunnen hebben op de situatie.

          Voor een dreigende burn-out, overspannenheid of aanpassingsstoornis hebben wij verschillende programma’s.

          crazy-feel-school-school-sucks-stress-true-Favim.com-46157

          bronvermelding: Fonds Psychische gezondheid

          contactformulier:

            Uw naam (verplicht)

            Uw email adres (verplicht)

            Onderwerp

            Bericht

            Herfst of Winterblues

            denkenDe Herfst of Winterblues is een seizoensgebonden depressie. Terugkerende somberheid gedurende een bepaald seizoen.

            Mensen met een depressie voelen zich somber en kunnen niet meer genieten van zaken waar zij normaal gesproken wel warm voor lopen. Wanneer een depressie ieder jaar weer in hetzelfde seizoen de kop opsteekt wordt gesproken van een seizoensgebonden depressie.

            De meeste mensen met een seizoensgebonden depressie maken hun depressie door in de winter. Bij een kleine minderheid ligt de piek van de klachten in de zomer. Niet-officiële termen die tegenwoordig regelmatig gebruikt worden om (de klachten van) een seizoensgebonden depressie aan te duiden zijn: winterdepressie, herfstdepressie, zomerdepressie en voorjaarsmoeheid.

            Depressies komen vaak voor. Op ieder moment van het jaar hebben zo’n 550.000 Nederlanders last van een depressie

            Klachten:

            Om te kunnen spreken van een seizoensgebonden depressie, dienen de depressieve klachten minimaal twee jaar achter elkaar in hetzelfde seizoen te bestaan. De klachten houden dan ieder jaar opnieuw minimaal veertien dagen aan.

            • somberheid, neerslachtigheid
            • verlies van plezier of interesse in (bijna) alle activiteiten
            • veel slapen of slapeloosheid
            • veel eten of een gebrek aan eetlust
            • gewichtstoename of gewichtsverlies
            • prikkelbaarheid
            • vermoeidheid
            • neiging zichzelf terug te trekken.

            Oorzaken:

            Het ontstaan van een seizoensgebonden depressie heeft waarschijnlijk te maken met de veranderende hoeveelheid licht tijdens de verschillende seizoenen. Hierdoor ontstaat een ontregeling van het dag-nachtritme. Deze ontregeling is met name van invloed op de slaap en op de stemming. Een sombere stemming en veel of juist weinig slapen zijn kenmerkende klachten van een depressie.

            Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking is niet voldoende in staat zich aan te passen aan de veranderende hoeveelheid licht tijdens de verschillende seizoenen. Het hormoon melatonine, dat ’s nachts wordt aangemaakt, speelt hierin waarschijnlijk een grote rol. Tijdens de ochtend, onder de invloed van licht, dient de aanmaak van melatonine onderdrukt te worden en dit lijkt niet altijd goed te gaan.

            Praten:

            Het is belangrijk je problemen met anderen te delen. Praten lucht op! Door te praten over je problemen geef je voor jezelf toe dat ze er zijn. En misschien worden je klachten daardoor wel minder. Door hardop te denken merk je wat voor klachten je hebt en hoe erg ze zijn. En misschien ontdek je dat je niet de enige bent met dit probleem. Misschien kan deze persoon je steun geven.

            Er rust nog altijd een taboe op psychische problemen. Veel mensen durven niet over hun problemen te praten uit schaamte of uit angst ‘gek’ gevonden te worden. Die angst is meestal onterecht.

            Het is belangrijk iemand te kiezen om mee te praten bij wie je je op je gemak voelt. Iemand die je goed kent en die om je geeft. Dat kan een zus, broer of ouder zijn. Maar ook een goede vriendin of sportmaatje. Soms zijn problemen gemakkelijker te bespreken met iemand die je minder goed kent dan biedt co-counsel uitkomst.

            Er zijn ook behandelingen mogelijk met licht therapie dit kan in samenwerking met co-counsel en overleg met jouw huisarts.

            Lichttherapie

            Wat is lichttherapie?

            Lichttherapie is een behandeling waarbij je wordt blootgesteld aan intensief licht. Het licht is veel feller dan normaal kunstlicht, maar niet zo fel als op een zomerse dag buiten. Het licht komt binnen via de ogen. De hersenen gebruiken dit signaal waarschijnlijk om het dag- en nachtritme beter te regelen. In de lichte seizoenen heeft het buitenlicht dit effect. In de donkere seizoenen kan een gebrek aan daglicht leiden tot depressieve klachten bij mensen die hier gevoelig voor zijn. Lichttherapie is bij de meeste mensen met winterdepressie en winterblues effectief en is gemakkelijk te ondergaan. Het werkt niet verslavend en is zeer veilig. Lichttherapie kan daarnaast heilzaam zijn bij slaapklachten en het bestrijden van een jetlag

            Behandeling

            In Nederland bieden bijna alle (psychiatrische) poliklinieken en ggz-instellingen lichttherapie aan. Over het algemeen zal een behandeld arts een kuur voorschrijven van 5 tot 10 dagen, meestal tijdens de ochtend. Gedurende ½ tot 2 uur (afhankelijk van de lichtsterkte) dient de patiënt plaats te nemen achter een lichttherapie-apparaat zodat het werkzame licht in de ogen schijnt. Tijdens de behandeling kan gewoon gelezen, tv gekeken of aan de computer gewerkt worden, zolang het licht de ogen maar bereikt. Een arts kan ook kiezen voor een langere of kortere behandeltijd of een kleinere of grotere afstand tot de lamp. Dit is afhankelijk van de klachten, de gevoeligheid van de ogen en bijvoorbeeld het gelijktijdig gebruik van medicijnen.

            Zelfzorg thuis

            Mensen met winterblues kunnen bij vrijwel elke apotheek, thuiszorgwinkel of medische speciaalzaak een lichttherapie-apparaat aanschaffen voor thuisgebruik. Iemand met een, door een psychiater vastgestelde winterdepressie, kan vaak na een eerste poliklinische behandeling, in overleg met de arts eveneens een apparaat aanschaffen. Steeds meer ziektekostenverzekeraars vergoeden in een dergelijke situatie een apparaat voor thuisgebruik. Bovendien blijkt lichttherapie ook effectief bij ‘gewone’ depressie. Lichttherapie kan dus worden ingezet als behandeling bij winterdepressie en ‘gewone’ depressie.

            Bijwerkingen

            Lichttherapie heeft weinig bijwerkingen die bovendien zelden voorkomen. De belangrijkste zijn hoofdpijn, vermoeidheid, droge of juist tranende ogen en roodheid van het gezicht. Over het algemeen nemen deze klachten na enkele dagen af om daarna helemaal te verdwijnen.

            Wanneer kan beter geen lichttherapie gebruikt worden?

            Het is raadzaam om een oogspecialist te raadplegen voordat met lichttherapie begonnen wordt, wanneer je gelijktijdig medicijnen gebruikt of wanneer je een oogziekte hebt. Medicijnen die een verhoogde gevoeligheid geven van het oog kunnen beter niet worden gecombineerd met lichttherapie.

            Mensen met een manisch-depressieve stoornis kunnen alleen gebruik maken van lichttherapie als zij zeer zorgvuldig worden geobserveerd en begeleid. Dit vanwege het risico op het ontstaan van een manische periode. Het is raadzaam bij vragen altijd de behandelend arts of huisarts te raadplegen.

            Bron: Fonds Psychische Gezondheid

            contact formulier:

              Uw naam (verplicht)

              Uw email adres (verplicht)

              Onderwerp

              Bericht

               

               

              Depressie

              Dip of depressie?

              DepressieJe hoort mensen vaak zeggen dat ze ‘even een dipje’ hebben. Daar kijkt niemand van op. Iedereen is weleens somber of treurig. Zulke gevoelens kunnen opkomen na een tegenslag of ruzie, het verlies van een dierbaar iemand of zomaar. Meestal trekt zo’n sombere bui vanzelf weg. Maar bij sommige mensen blijft deze stemming aanhouden. Ze hebben nergens meer zin in of belangstelling voor. Hun hele bestaan wordt beheerst door somberheid. Al schijnt de zon en bruist alles om hen heen van leven, het raakt hen niet. Ze missen de energie om iets te ondernemen. Het lukt maar niet om minder somber te worden. Mensen die lange tijd last houden van zo’n zwaarmoedige stemming lijden mogelijk aan een depressie.

              Waar ligt de grens?

              De grens tussen een dip of een depressie is niet precies te trekken. Er is meestal geen hard bewijs over het al dan niet aanwezig zijn van een ziekte. De grens is getrokken op basis van afspraken tussen deskundigen. Maar daarover valt nog wel te discussiëren. Sommige mensen die geen depressie hebben, hebben wel klachten waar ze behoorlijk onder lijden. Zij missen door de klachten misschien ook dagen op het werk. In zo’n geval is er sprake van een serieuze dip en is het goed toch eens met de huisarts te gaan praten of te bekijken wat u zelf kunt doen. Andersom is het zo dat niet iedereen met een depressie ‘psychisch gestoord’ is. Er is zeker wat mis op het moment, maar het kan vanzelf weer over gaan. Niet iedereen met een depressie heeft direct een intensieve behandeling nodig. Het is wel verstandig om samen met de huisarts de vinger aan de pols te houden.

              Verschijnselen van depressief zijn:

              • Somberheid, neerslachtigheid.
              • Lusteloos en prikkelbaar.
              • Gebrek aan interesse en plezier.
              • Concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid.
              • Schuldgevoelens, zelfverwijten en het gevoel niets waard te zijn.
              • Het gevoel van binnen dood of leeg te zijn.
              • Gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst.
              • Grote vermoeidheid.
              • Sterke neiging tot piekeren.
              • Huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen.
              • Traagheid in praten, denken en bewegen of lichamelijke onrust.
              • Gebrek aan eetlust en gewichtsverlies of juist overdreven eetlust.
              • Gewichtstoename.
              • Moeite met inslapen of doorslapen of juist niet uit bed kunnen komen.
              • Weinig of geen zin in vrijen.
              • Gedachten aan de dood en/of zelfdoding.
              • Lichamelijke klachten zoals: verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst en hoofd- en rugpijn.
              • Geen uitweg meer zien.

              Soorten depressies:

              Een depressie laat zich kort beschrijven als ongewone somberheid en/of nergens meer plezier in hebben, gedurende twee weken of langer. In combinatie met problemen als verminderde eetlust, slapeloosheid, weinig energie, vermoeidheid, concentratieproblemen, besluiteloosheid, lichamelijke onrust en gedachten over de dood of zelfdoding. Kenmerkend voor een depressie is dat de klachten het dagelijks functioneren belemmeren en dat er sprake is van psychisch lijden.

              Niet alle depressies zijn hetzelfde. Ze kunnen variëren van mild tot zwaar. Hoeveel last iemand van een depressie heeft, hangt af van de mate waarin de verschijnselen op de voorgrond treden en het dagelijks functioneren verstoren. Er zijn meerdere soorten depressies te onderscheiden:

              Ontstaan van depressie:          Bio-Psycho-Sociaal_Model

              Depressies hebben niet één duidelijke oorzaak, maar ontstaan door een combinatie van biologische, psychische en sociale factoren. Anders gezegd: depressies ontstaan door een combinatie van erfelijkheid, persoonlijke eigenschappen en wat iemand meemaakt in zijn leven.

              Wetenschappers spreken van het bio-psycho-sociaal model.

              • Biologische factor
              • Sociale factor
              • Psychische factor

              Biologische factor

              De kans of iemand een depressie zal krijgen of niet, is afhankelijk van de kenmerken van iemands hersenen. De erfelijke aanleg speelt hierbij een hoofdrol. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere. De aanleg maakt mensen kwetsbaar, maar niet per se ziek. Er is sprake van een zwakke plek die aan het licht komt, wanneer de  belasting te groot is. Vergelijk het met de Golden Gate hangbrug in San Francisco . Zelfs als er een paar kabels zijn geknapt, dan kan je hier rustig overheen blijven rijden met een lichte auto. Het loopt echter mis als er een zware vrachtwagen overheen rijdt. De biologische kwetsbaarheid kan uitmonden in een depressie als de leefomstandigheden moeilijk zijn.

              Neurotransmitters

              De zwakke plekken in de hersenen hebben te maken met de stofjes die zenuwcellen gebruiken om hun boodschappen uit te wisselen. Deze stofjes heten neurotransmitters. Ze zorgen voor onze emoties, eetlust en concentratievermogen. Voor onze stemming zijn met name de neurotransmitters serotonine en noradrenaline belangrijk. Te lage concentraties van deze stoffen vergroten de kans op depressies. Daarnaast kunnen andere stoffen, zoals hormonen, medicijnen, alcohol en drugs het ontstaan van een depressie in de hand werken. Ook zijn er verschillende lichamelijke ziektes bekend die depressieve verschijnselen kunnen veroorzaken. Denk daarbij aan afwijkingen van de schildklier of bijnierschors, suikerziekte en hart- en vaatziekten.

              Sociale factor

              Een depressie kan ook worden uitgelokt door verdrietige of schokkende gebeurtenissen. Zo kan de somberheid na het verlies van een partner of na ontslag overgaan in een depressie. Een ingrijpende gebeurtenis als een verhuizing kan ook een risico zijn. Iemand loopt vooral meer kans op een depressie, als hij zijn oude sociale contacten moet missen of niet kan wennen aan zijn nieuwe omgeving.

              Levensgeschiedenis
              De sociale oorzaken liggen niet alleen in het recente verleden, maar kunnen ook samenhangen met iemands jeugd. Zo blijkt emotionele verwaarlozing in de jeugd de kans op depressies tijdens het volwassen leven te vergroten. Ook het verlies van een ouder op jonge leeftijd kan dit effect hebben.

              Psychische factor

              Hiermee bedoelen we de manier waarop iemand in het leven staat. De kans op depressies wordt bijvoorbeeld verhoogd door:

              • gebrekkig vermogen om problemen op te lossen
              • weinig zelfvertrouwen
              • veel piekeren
              • onvoldoende veerkracht om verdriet en teleurstelling te verwerken
              • moeite om steun te vragen
              • negatief denken
              • gebrekkig zelfvertrouwen
              • perfectionisme
              • faalangst
              • streng geweten dat de eigen persoon afkeurt.

              Wat kunt u zelf doen bij depressieve klachten?

              Een depressie is niet iets wat je volledig zelf in de hand heeft. Het heeft dan ook geen zin om jezelf kwalijk te nemen dat je een depressie hebt. Aan de andere kant, knapt een depressie niet op als je er niets tegen onderneemt. De volgende richtlijnen kunnen je helpen jouw depressieve klachten te verlichten. Garanties heb je niet, maar als je het niet probeert, werkt het zeker niet.

              Het is belangrijk om – als het lukt – klachten niet erger te laten worden. Zorg er daarom voor dat je:

              • elke dag minimaal een half uur beweegt in de buitenlucht
              • iedere dag minimaal één betekenisvol sociaal contact hebt
              • minimaal één klus doet die je nuttig vindt

              Enkele algemene tips

              • probeer uit te zoeken of jouw depressie een reactie is op een gebeurtenis of een probleem en kijk of je daar een oplossing voor kunt vinden.
              • ga na of er iemand in jouw omgeving is met wie je over jouw gevoelens en eventuele problemen kunt praten.
              • bespreek elke paar maanden een keer met iemand die je vertrouwt of jouw leven op koers is en wat je eventueel kunt bijstellen.
              • probeer te accepteren dat je een depressie hebt; zoek hulp als je dat wilt en probeer het geduld op te brengen dat nodig is voor herstel.
              • zorg voor een regelmatig slaap-waakritme; ga op een normale tijd naar bed, maar sta ook op een normale tijd op.
              • zoek afleiding in activiteiten die voor jou ontspannend zijn.
              • blijf maatschappelijk actief, isoleer je niet.
              • ga niet op vakantie als je er niet van kunt genieten, je problemen neem je immers mee.
              • regelmatige lichaamsbeweging zoals fietsen, wandelen of zwemmen werkt heilzaam.
              • neem tijdens de depressie geen beslissingen met vergaande gevolgen, zoals verhuizen of scheiden, het risico bestaat dat je tijdens een depressie tot een onrealistische beoordeling komt van jouw huidige situatie.
              • zoek geen troost of afleiding in alcohol of drugs.
              • probeer inzicht in de situatie te krijgen zodat je een eventuele volgende depressie kunt voorkomen. Psychologische begeleiding kan handig zijn.
              • lees een goed zelfhulpboek.
              • zorg dat je veel te weten komt over wat een depressie is.

              Bij een “lichte”depressie, seizoensgebonden depressie of dystyme stoornis is er individuele begeleiding en ondersteuning door gesprekstherapie en praktische oefeningen. Zijn de klachten ernstig vraag dan eerst advies bij uw huisarts.

              mindfull

              bronvermelding fonds psychische gezondheid

              contactformulier:

                Uw naam (verplicht)

                Uw email adres (verplicht)

                Onderwerp

                Bericht

                 

                Zelfvertrouwen

                Zeg jij weleens nee?

                Zelfvertrouwen is, zoals het woord al zegt, het vertrouwen dat je in jezelf hebt. Het is een

                Gedachtenrealistische kijk op je eigen kunnen; het vertrouwen dat je zelf taken en hindernissen aankunt.

                Zelfvertrouwen ontwikkelt zich in de kinderjaren. Naast iemands persoonlijkheid is de sociale omgeving erg belangrijk bij de ontwikkeling van zelfvertrouwen. Wanneer iemand bijvoorbeeld erg beschermd opgevoed is, kan het zijn dat het zelfvertrouwen zich niet genoeg ontwikkelt. Ook wanneer iemand veel kritiek gekregen heeft op het gedrag of prestaties, of wanneer iemand gepest is, kan het zelfvertrouwen afnemen of zich niet genoeg ontwikkelen.

                5 tips voor meer zelfvertrouwen:

                Wanneer je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt, kan je dit niet zomaar in een uurtje veranderen. Je moet actief aan de slag. Met de onderstaande tips kun je de komende tijd concrete stappen zetten om je zelfvertrouwen te vergroten.

                1. Wees je bewust van jouw gedachten. De reden van je onzekerheid in een situatie is dat je er bepaalde gedachten op nahoudt. Wat jouw gedachte is bij een situatie, maakt hoe jij je voelt. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn en deze gedachten te leren herkennen, zodat je ze kunt veranderen. Dus oefen daarmee. Bedenk de komende tijd iedere dag een situatie waarin jouw zelfvertrouwen je in de steek liet:

                1. Wat was de situatie, wat gebeurde er? (Gebeurtenis)
                2. Wat deed je? (Gedrag)
                3. Wat voelde je toen? (Gevoel)
                4. Wat dacht je? (Gedachten)

                2. Heb ‘helpende’ gedachten. Wanneer je gebrek hebt aan zelfvertrouwen, zal je waarschijnlijk vaak niet-helpende gedachten hebben. ‘Ik kan het niet’ of ‘Iedereen vindt het stom als ik wat zeg’ zijn voorbeelden van gedachten die je kunt hebben.Deze gedachten zijn niet realistisch. Het is belangrijk om deze gedachten te leren ombuigen om weer een waarheidsgetrouw beeld van de werkelijkheid te krijgen en je zelfvertrouwen te ontwikkelen. Kortom, oefen om van deze niet-helpende gedachten helpende gedachten te maken. Een helpende gedachte is positief en realistisch.

                3. Ga uitdagingen niet uit de weg. Wanneer je denk dat je iets niet kunt, doe het dan toch. Heb een positieve verwachting van jezelf en stel een realistisch doel. Begin niet te moeilijk en zorg dat wat je gaat doen haalbaar is, zodat je dit met een succes kunt afsluiten. Hierdoor ervaar je dat je iets heus wel kunt en weet je dat je het een volgende keer weer kunt. Wanneer je dit steeds vaker zult ervaren, zal je zelfvertrouwen groeien.

                4. Weet wat je kwaliteiten zijn. Misschien heb je het idee dat je weinig zelf kunt of weinig zelf bereikt. Dit is niet zo, iedereen heeft zijn of haar kwaliteiten. Maak voor jezelf inzichtelijk wat jouw kwaliteiten en successen zijn. Doe dit door op te schrijven wat je goed kunt en welke doelen je al  hebt bereikt. Ook al heb je in het begin misschien het gevoel dat het maar kleine dingen zijn. Schrijf het ook op wanneer je een complimentje van iemand krijgt.

                5. Leer jezelf te accepteren zoals je bent. Ga uit van je eigen kracht. Iedereen is anders en dat is maar goed ook. Er zullen altijd mensen zijn die veel voelen voor jouw ideeën of mensen die minder met je ideeën hebben. En dat is prima. Wees je daarvan bewust. Vind je het lastig om jezelf te accepteren en wil je hieraan werken?

                Neem dan contact op voor een assertiviteitstraining.

                  Uw naam (verplicht)

                  Uw email adres (verplicht)

                  Onderwerp

                  Bericht